In de schaduw van de Ararat

Armenië
Auteur: 
Redactie

In de bijbel staat geschreven: “En de ark strandde op de zevende dag van de zevende maand op de Ararat-berg'. (Genesis 8,4). Daarom werd Ararat door velen gezien als de plaats waar de mensheid, na de zondvloed, gered werd. Armeniërs zien de Ararat veeleer als hun nationaal symbool en ze bouwden steden als Armavir, Yervandashat, Artashat en Dvin in zijn nabijheid. Ook de hoofdstad Yerevan en de Heilige Stad Etchmiadzin - zetel van de Armeens-Apostolische Kerk – worden overschaduwd door het machtige Ararat-gebergte. Internationaal bekende Armeniërs zoals Charles Aznavour, Cher, Kim Kardashian, Marie Laforet of Barabara Sarafian hebben zich dan wel over de wereld verspreid, maar koesteren de trots van hun roots. Tekst & foto’s: Jozef Mols

De geschiedenis van Armenië gaat terug tot de 19de eeuw vóór Christus. De vesting van Erebouni dateert van 782 voor onze tijdrekening, en een bewijs hiervan is gevonden op een bazalten steen met spijkerschrift.

In 190 voor Christus wordt Armenië een koninkrijk onder Artaxias, maar het is vooral onder Tigranes de Grote (95 tot 55 voor Christus) dat het rijk tot bloei komt. Hij domineert het hele Midden-Oosten tot aan de Sinai-woestijn. Uiteraard kan zulk succes niet ongezien voorbij gaan, en zowel Parthen als Romeinen grijpen herhaaldelijk in bij de troonsopvolging in het Koninkrijk. Even wordt het koninkrijk zelfs ingelijfd bij het Romeinse Rijk. Maar de bezetting is van korte duur, en in 117 na Christus wordt Armenië opnieuw onafhankelijk... tot in 165, wanneer  het land opnieuw een vazalstaat van Rome wordt. Daarna volgt een bezetting door Perzen, Arabieren, Seldjoeken en Mongolen. En niet te vergeten: vier eeuwen van Ottomaanse bezetting waarna de Armeniërs voor de eerste maal naar Europa beginnen te emigreren. Inmiddels had Armenië zich in 301 bekeerd tot het Christendom ... ruim 80 jaar voor deze godsdienst ook staatsgodsdienst werd in Rome.

Onafhankelijk sedert 1918

In 1454 verdelen het Ottomaanse Rijk en Perzië Armenië onder elkaar. In 1828, na de Tweede Russisch-Iraanse oorlog, wordt Perzisch Armenië (Oost Armenië) opgenomen in het Russische Rijk. De wreedste periode van het land situeert zich in de 19de en 20ste eeuw. In 1895 laat sultan Hamid de Armeense intellectuelen die in Constantinopel (Istanbul) wonen, arresteren en vermoorden. Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog (1915-1923) vindt dan de Armeense Genocide plaats waarbij naar schatting 500.000 tot 1 miljoen Armeniërs worden uitgemoord door de Turken. Hiermede verliest West-Armenië nagenoeg zijn ganse inheemse bevolking, want wie overleeft, wijkt uit naar Europa of Amerika. Maar ook verliest Armenië grote stukken grondgebied. De Ararat-berg die ooit in Armenië lag, wordt nu Turks grondgebied. Ook tientallen dorpen langsheen de Turks-Armeense grens worden door de Turken bezet. Daarbij zorgen de bezetters ervoor alle gebouwen en grafstenen te vernielen die zouden kunnen doen vermoeden dat in deze dorpen ooit Armeniërs woonden. Daarmee gaat ook een stuk Armeens erfgoed verloren.

Op 28 mei 1918 verklaart Oost-Armenië zich onafhankelijk, en die status wordt ook erkend in het verdrag van Sèvres van 10 augustus 1920. Maar de Turken willen zich daar niet bij neerleggen en gaan verder met hun plunderingen en moordpartijen. Gelukkig voor de overlevende Armeniërs valt het Rode Leger Armenië binnen en wordt het land deel van de Trans-Kaukasische Sovjetrepubliek: één van de stichtende leden van de Sovjet-Unie. In 1991 wordt Yerevan met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie de hoofdstad van de onafhankelijke republiek Armenië. Het was tijdens de Russische bezetting dat Yerevan uitgroeide van een provinciaal stadje tot een belangrijk cultureel, artistiek en industrieel centrum in de Kaukasus met meer dan 1 miljoen inwoners.

Wie Armenië wil bezoeken, zal waarschijnlijk in Yerevan landen. De landsgrenzen met Turkije en Azerbeidzjan zijn immers nog steeds gesloten. Enkel een landroute via Georgië kan eventueel een alternatief zijn, en deze mogelijkheid wordt wel gegrepen door onze reisagenten die beide bestemmingen in één programma willen aanbieden. De grens met Azerbeidzjan blijft gesloten omwille van het conflict in Nagorno-Karabach. Dat is een enclave op het vroegere grondgebied van de Sovjetrepubliek Azerbeidzjan waar de bevolking echter van Armeense oorsprong is en ook Armeens spreekt. Een deel van de bevolking van deze enclave wil aansluiten bij Armenië, anderen willen dan weer bij Azerbeidzjan behoren, en nog anderen willen volledige onafhankelijkheid. In dit gebied laaien de spanningen dan ook sporadisch op en wordt er wat over en weer geschoten. Om veiligheidsredenen is die landsgrens dan ook gesloten.

Charme zonder pracht

Yerevan is geen prachtige stad zoals Rome of Parijs, maar heeft wel zijn eigen charme. De architectuur dateert vooral uit de Sovjet-periode en wordt gekenmerkt door de vele pleinen en brede lanen. Her en der schieten wel moderne, Westers-ogende shopping-zones uit de grond. De jeugd van Yerevan wil immers graag zo Westers mogelijk leven, ook al is dat niet altijd even makkelijk. Werk is er in Armenië nauwelijks te vinden sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Duizenden Armeniërs nemen dan ook in Yerevan de autobus om voor enkele maanden in Rusland te gaan werken en zo hun familie te ondersteunen. Dat neemt niet weg dat anderen – en dan vooral jongeren – pogen een eigen economische activiteit te ontplooien. Omdat de Armeniërs een sterk artistiek gevoel hebben, vind je hier dan ook aardig wat winkels van mode-ontwerpers die zeker kunnen wedijveren met hun collega's uit Parijs of Milaan, en dat naast de meer traditionele tapijtfabrieken. Het financiële centrum van Armenië is uiteraard ook in Yerevan gevestigd, naast een aantal bedrijven die zich bezighouden met informatica.

Bezoekers kunnen een bezoek brengen aan het Cascade Modern Art Center. Dit kunstcentrum dat trapsgewijze tegen een heuvel is opgebouwd, toont prachtig werk van moderne kunstenaars. Aan de voet van de heuvel vind je tientallen leuke restaurantjes en terrasjes. Het Matenadaran-museum herbergt meer dan 17.000 manuscripten. Kuieren over Republic Square met zijn prachtige paleizen en fonteinen behoort natuurlijk ook tot de mogelijkheden, net als een bezoek aan een plaatselijke vlooienmarkt zoals de Vernissage: aanrader voor nostalgische zielen. Hier vind je zowel oude koffiemolens, zilveren bestek als antieke transistorradio's, en dat alles naast de schildersezels van enkele kunstenaars die al te graag je portret schilderen. Armeniërs maken schitterende tapijten zodat een bezoek aan zulke fabriek ook interessant is, ook al koop je niets. In enkele tapijtfabrieken kan je overigens ook een maaltijd bestellen terwijl je geniet van Armeense volksdansen. Mits wat geluk kan je zelfs een kookles volgen, georganiseerd in het restaurant van een tapijtfabriek !

Ietwat buiten Yerevan ligt het plaatsje Echmiadzin. Op zich zou dit een onbeduidend dorpje zijn, ware het niet dat hier de grote kathedraal van de Armeens-Apostolische Kerk staat. Delen ervan dateren uit de vierde eeuwHier resideert ook de catholicos, hoofd van deze kerk, en dus te vergelijken met onze paus. De kathedraal staat op de lijst van beschermde monumenten van Unesco en zelfs voor niet-gelovigen is het bijwonen van een eredienst een hele ervaring. Armeniërs zijn erg gelovig en uiten dat ook. Prachtige gezangen begeleiden de priesters in barokke gewaden tijdens de diensten. In het nabijgelegen Zvartnots kan je de ruïnes bezoeken van een al even belangrijk religieus centrum, gebouwd aan de voet van de Ararat. Het complex van Zvartnots bestaat uit de ruïnes van een kathedraal uit de zevende eeuw en de overblijfselen van het paleis van catholicos Nerses III. Het geheel werd gebouwd op bevel van Nerses die daarmee de kathedraal van Echmiadzin wilde overvleugelen. Het is echter niet geweten of de gebouwen in Zvartnots ooit volledig werden afgewerkt. Wel is zeker dat ze reeds sinds de 12de eeuw in ruïnes liggen. Nu weerklinken tussen de vele zuilen van de kathedraal de gezangen van Armeense koren die hier – omwille van de goede akoestiek én natuurlijk om een centje bij te verdienen – komen oefenen voor optredens elders in het land.

Wie meer tijd heeft, mag natuurlijk niet nalaten een verkenningstocht te maken in het prachtige binnenland van Armenië met zijn kleine dorpjes, de ongerepte natuur en de vele kerken die stuk voor stuk op de mooiste plekken zijn gelegen. Je kan echter best geen huurwagen nemen. De wegen zijn wel in zeer degelijke staat, maar de meeste wagens zijn van Russisch fabrikaat en bij technische problemen voor ons dus minder bekend. Bovendien spreekt de lokale bevolking nauwelijks Engels (met Duits lukt het soms in enkele gevallen) zodat communiceren moeilijk wordt. En ook de GPS is niet overal beschikbaar. Bovendien moet je er rekening mee houden dat in de lente een aantal bergpassen nog gesloten zijn wegens sneeuw en ijzel. Je kan dus maar beter tussen einde mei en september het binnenland bezoeken, en dan nog met hetzij een Belgische of Nederlandse reisorganisatie, hetzij met een reisagent uit Yerevan.

Het Armeense Zwitserland

Rijd je naar het noorden van het land, dan passeer je zeker Ashtarak waar de ruïnes van de kerken van Karmravor en Hovhanavank aan de rand van de Qasakh-rivercanyon het uitzicht domineren. Hier zie je ook het monument voor het Armeens alfabet dat 38 letters telt en rond 405 werd uitgevonden door Mesrop Masjtots: een monnik, theoloog en taalkundige. Gyumri, nog iets meer naar het noorden, is een oude stad die vooral in de negentiende eeuw belangrijk was als handelscentrum. De stad werd echter tweemaal zwaar getroffen door een aardbeving, en vele historische gebouwen worden er nu gerestaureerd met fondsen van het Wold Monuments Fonds. Op dit ogenblik kent Gyumri het hoogste percentage werklozen van heel Armenië en men hoopt met de restauratie vele mensen terug aan het werk te krijgen. Nog meer naar het noorden moet je zeker Stepanavan aan de Dzoraget-rivier bezoeken met ondermeer de overblijfselen van  Stepanavan Lori, het grote fort van de stad. Om terug te keren naar Yerevan rijd je dan eerst door Diliyan van waaruit je makkelijk het klooster van Goshavank kan bezoeken. Diliyan is gelegen in het nationaal park met dezelfde naam en staat bekend als 'het Armeense Zwitserland'. Vooral als spa-oord is het stadje beroemd. De centrale straten werden in oorspronkelijke staat behouden met geveltjes van hout. Er wonen veel kunstenaars in Diliyan en hun ateliers wisselen dan ook af met de werkplaatsen van smeden, houtbewerkers en andere ambachtslui. De hele Sharambeyan-straat werd met fondsen van de Tufenkian Foundation gerestaureerd in originele staat, en de huizen ervan worden nu gebruikt als prachtig (maar betaalbaar) hotel. Wie er verblijft, heeft de indruk in een paleis uit de vorige eeuw te leven.

Nog verder naar het zuiden – op de terugweg naar Yerevan dus – ligt het Sevan-meer. Het is het grootste meer in Armenië en één van de belangrijkste leveranciers voor drinkwater in de ganse Kaukasus. Jammer genoeg werd het meer erg vervuild tijdens de Sovjet-periode tengevolge van irrigatiewerken om de vlakten rond de Ararat te bevloeien. Toch wordt nog 90% van alle Armeense vis hier gevangen. Op de oevers van het meer kan je honderden watervogels observeren, ook al is het landschap niet erg aanlokkelijk. De lokale bevolking lijkt weinig belangstelling te hebben voor het milieu zodat je er overal ook lege drankflesjes en andere pick-nick overblijfselen aantreft: jammer. Het kleine kerkje van Sevanavank staat dan weer wel heel mooi op het plaatje. Foto's ervan sieren overigens vele reisfolders. Aan de voet van de heuvel, waarop het kerkje is gebouwd, vind je ook een klein kunstmarktje en een terrasje met ... heerlijke ijskreem.

Heb je nog meer tijd, dan kan je natuurlijk ook het zuidelijke deel van Armenië bezoeken. Goris op 254 km van Yerevan lijkt dan een 'must'. De regio werd reeds in het steentijdperk bewoond. In Oud Goris kan je honderden troglodietische woningen ontwaren. Het lijken wel gigantische granieten schoorstenen die uit het landschap oprijzen en ooit door herders werden bewoond. Nog meer naar het zuiden bereik je Meghri aan de Iranees-Armeense grens. Het stadje zelf stelt weinig voor, hoewel het wel door vogelliefhebbers wordt gebruikt als uitvalsbasis om zeldzame vogelsoorten te spotten. Maar de nabijheid met de grens zorgt wel voor wat ongemak. Iranezen die zich niet kunnen houden aan de strenge religieuze regels in hun land, bezoeken regelmatig deze grensstreek om er zich te vermaken in nachtclubs, bars en bordelen. Bovendien kan ook de nabijheid van de grens met Azeirbaijan soms voor problemen zorgen.

Welk deel van Armenië je ook bezoekt, zulke reis blijft een onvergetelijke ervaring. Het contrast tussen het moderne Yerevan en het armoedig (ogende) binnenland is immens. Toch is ook de inlandse bevolking gelukkig en gastvrij. Je wordt onderweg dan ook regelmatig begroet door herders (velen van Koerdische oorsprong) of landbouwers. Het natuurlijke leven met voedsel, vers van het veld is een aangename afwisseling voor de Europese 'standaardvoeding'. De prachtige natuur, de vriendelijkheid van de bevolking en de rust die je ervaart, ver van het jachtige leven in onze steden, zorgt voor een ongelooflijk gevoel van ontspanning en vrijheid in het niet zo verre maar toch zo onbekende Armenië.